Hoe kies je de juiste afsluiter
De beste keus is een kwalitatief hoogwaardige schuifafsluiter die robuust en duurzaam is. Zo vermijdt u dure vervangingen. De vijf hieronder genoemde selectiecriteria helpen u om de juiste schuifafsluiter te kiezen.
1. Schuifontwerp
De afdichting van de schuifafsluiter is het belangrijkste. Onderstaande factoren maken deel uit van deze afdichting.
Spindelmoer
De spindelmoer verbindt de schuif met de spindel. Er zijn twee ontwerpen voor een spindelmoer. Een losse spindelmoer, waarbij de moer in een groef op de schuif glijdt en een vaste spindelmoer, waarbij de moer vast in de schuif is geperst. Bij de vaste schuifmoer is het aantal bewegende delen gereduceerd. Hierdoor is het risico op corrosie door beschadiging van het rubber als gevolg van het bewegen van de schuifmoer beperkt. Het ontwerp met de vaste schuifmoer wordt daarom aanbevolen.
Geleiderails en glijschoenen
De schuif wordt blootgesteld aan frictie en spanning bij het openen en afsluiten.
In de geleiding van het afsluiter huis passen de geleiderails. Deze helpen de schuifpositie te stabiliseren en ze garanderen dat de spindel niet buigt door de druk van het medium. De glijschoenen zorgen ervoor dat het rubber op het schuifoppervlak niet slijt door de frictie tussen de schuif en de geleiderails in het afsluiter huis.
Rubber
Voor de lekdichtheid van de afsluiter is het van cruciaal belang dat de schuif volledig gevulkaniseerd is met rubber en dat de hoeveelheid rubber op het afdichtingsgebied van de schuif voldoende is om oneffenheden op te vangen.
Een goede vulcanisatie tussen het rubber en de gietijzeren schuifkern is belangrijk voor een correcte afdichting, zelfs wanneer de rubber wordt samengedrukt. Maar ook om kruipcorrosie te vermijden, zelfs als een scherp voorwerp het rubber beschadigt tijdens het sluiten van de klep.
2. Rubberkwaliteit
De kwaliteit van het rubber is cruciaal voor de duurzaamheid en de klepfunctie. Het rubber moet in staat zijn om de continue invloed van vuil en chemicaliën te weerstaan zonder te beschadigen. Het moet ook kleine deeltjes kunnen absorberen zodat het voor een zekere afdichting zorgt.
Andere belangrijke punten:
Compressieset
De compressieset houdt in dat het rubber zijn orignele vorm weer kan aannemen nadat het is samengedrukt. De EN 681-1 standaard bevat minimumvereisten voor de compressiesetwaarde. Hoe beter de compressieset, hoe beter het rubber zijn oorspronkelijke vorm terug kan aannemen en een perfecte afdichting kan garanderen, jaar na jaar.
Biofilm vorming
Organische stoffen migreren vanuit het rubber en fungeren als voedingsstoffen voor micro-organismen. Deze zullen een biofilm gaan vormen, wat voor verontreiniging van het drinkwater zorgt. Kies voor afsluiters met rubber die een minimale vorming van biofilm garanderen.
Weerstand tegen chemicaliën voor waterbehandeling
Het gebruik van chloor en andere chemicaliën is bedoeld om nieuwe leidingen schoon te maken of oude leidingen te desinfecteren. Ozon en chloor worden in kleine hoeveelheden toegevoegd om water drinkbaar te maken. Rubber mag niet barsten of beschadigd raken door de chemische behandeling van het drinkwater.
Goedkeuring voor drinkwater
Een goedkeuring voor drinkwater is noodzakelijk voor alle rubber delen. Als er geen lokale goedkeuringen nodig zijn dan moet de afsluiter in ieder geval één van de volgende certificeringen DVGW/KTW, KIWA of NF hebben.
3. Uitwendige corrosiebescherming
De uitwendige corrosiebescherming is kritisch voor de levensduur van de afsluiter. Een uniforme en gladde epoxy coating volgens DIN 3476 deel 1, EN 14901 en GSK richtlijnen* is aan te raden en houdt het volgende in:
- Gritstralen: Volgens ISO 12944-4.
- Laagdikte: Minimaal 250µm.
- MIBK-proeven: De uitharding van de epoxybekleding moet nagekeken worden met een cross link test (MIBK test). Enkele druppels methylisobutylketon worden op een proefstuk aangebracht. Na 30 seconden wordt het testgebied afgeveegd met een schone witte doek. Het testoppervlak mag niet mat of vlekkerige worden en het doek moet schoon blijven.
- Impactresistent: Men laat een roestvast stalen cilinder langs een 1 meter lange buis vallen op het gecoate oppervlak. Na elke inslag wordt het onderdeel elektrisch getest, op de aanwezigheid van breuken en poriën.
4. Pakkingen
De belangrijkste onderdelen van de afdichting van een schuifafsluiter zijn de spindelafdichting en de afdichting tussen boven-en onderhuis. Elke afdichting moet gedurende de hele levensduur van de schuifafsluiter onderhoudsvrij blijven volgens de standaard EN 1074-1 en EN 1074-2. Voor veiligheids- en gezondheidsredenen wordt het best een goedgekeurde EPDM-rubber gebruikt, op plaatsen waar het rubber in direct contact staat met het drinkwater gekeurd volgens KIWA-ATA.
Spindelafdichting
De afdichting bevindt zich in het bovenhuis en rond de spindel en houdt de druk in de afsluiter en leiding. De hoofdafdichting die de inwendige druk behoudt is bij voorkeur ontworpen als een hydraulische dichting, die nauwer afsluit bij een hogere interne druk. Back-up afdichtingen zijn rond de spindel geplaatst. Om de afdichtingen te beschermen tegen invloeden van buiten, wordt er een stofring geplaatst worden rond de bovenkant van de spindel.
Afdichting boven- en onderhuis
Als afdichting tussen het boven- en onderhuis wordt gebruikt gemaakt van een profielpakking. Deze zit blijvend gepositioneerd tussen bovendeel en huis. Dit ontwerp garandeert dat de pakking correct gepositioneerd blijft en niet uitgeblazen wordt bij drukstoten in de leiding.
Om de bouten in de kop te beschermen tegen corrosie, moet de pakking de bouten omcirkelen. De kop van de bouten worden beschermd met was, zodat deze niet blootgesteld wordt aan de omgeving.
5. Algemene prestaties
Het bedienen van een schuifafsluiter wordt gedaan met een handwiel of een elektrische aandrijving en het is daarom belangrijk om te kijken naar het bedienings- en sluitmoment.
Bedieningsmoment
De momenten die nodig zijn om de afsluiter van een open naar een gesloten positie te brengen moeten tussen de 5Nm en de 30Nm bedragen. Dit is afhankelijk van de grote van de afsluiter.
Het is belangrijk om rekening te houden met het feit dat afsluiters met een bediening < 5Nm de operator aanmoedigen om de afsluiter snel te sluiten. Hierdoor is er een risico op waterslag en drukgolven in de leiding.
Sluitmomenten
Het sluitmoment is het moment dat nodig is om de afsluiter lekdicht te sluiten. Dit moet voor afsluiters met handwiel afgezet worden tegen de handwieldiameter, zodanig dat de operator geen kracht van meer dan 30 à 40 kg ervaart. Bij het bedienen van de afsluiter met een elektrische aandrijving of een manuele reductiekast, moet het moment tussen de grenzen liggen van een standaard aandrijving.
Het is belangrijk om te vermelden, dat de aandrijvingen normaal gesproken een breed momentbereik hebben, en vaak is het de ISO-flensverbinding tussen afsluiter en aandrijving die de keuze bepaalt. Als stelregel hanteert AVK dat afsluiters met ISO-flensverbindingen de hieronder vermeldde max. sluitmomenten hebben:
- ISO flens F-10, maximum 120 Nm
- ISO flens F-14, maximum 500 Nm
- ISO flens F-16, maximum 1000 Nm
*GSK staat voor "Gütegemeinschaft Schwerer Korrosionsschutz" en is een onafhankelijke kwaliteitsvereniging met ongeveer 30 leden, allen vooraanstaande Europese fabrikanten van afsluiters en hulpstukken. GSK bepaalt de eisen voor het aanbrengen van de coating zelf en voor de controleprocedures van de aangebrachte coating.